v./m. (-s, -en), varix, plaatselijke uitzetting en kronkeling van een ader, gepaard gaand met gebrekkig functioneren van de kleppen waardoor de circulatie ter plaatse bemoeilijkt wordt.
(e) Spataders komen voor in de slokdarm bij o.a. levercirrose (waardoor gevaarlijke slokdarmbloedingen kunnen optreden), in de endeldarm (➝aambeien), in het scrotum (➝varicoceIe) en, het bekendst, aan de benen. Oppervlakkig gelegen spataders zijn duidelijk door de huid zichtbaar. Zij kunnen aanleiding geven tot ontsteking van de aderwand en tot trombose. Bij spataders aan de benen zijn vaak de enkels dik door de slechte bloeddoorstroming. Ook is de bloedvoorziening van de huid dikwijls onvoldoende, waardoor eerder eczeem en moeilijk te genezen zweren (‘open been’) ontstaan. Spataders ontwikkelen zich bij vrouwen vaak ten gevolge van een zwangerschap.
Men onderscheidt een primaire vorm, waarbij een constitutionele aderwanddegeneratie aanwezig geacht wordt (deze vorm is vaak erfelijk), en een secundaire vorm, die ontstaat na of in samenhang met trombose of tromboflebitis. De behandeling begint met een drukkend verband (elastische kous), bij complicaties soms een lijmverband. Ook kan men operatief ingrijpen, met meestal redelijk resultaat. Er zijn twee soorten operaties: de aangedane ader wordt verwijderd, of men spuit er een scleroserende vloeistof in, waardoor een ontstekingsreactie optreedt, die geneest met afsluiting van het zieke vat. Als zo de circulatie in de benen verbeterd is, verdwijnt ook het oedeem rond de enkels, en geneest een beenzweer beter. ➝bloedvatenchirurgie.
Lijders aan spataders moeten verwondingen van de benen zoveel mogelijk voorkomen, aangezien de wonden slecht genezen. Bovendien kan verwonding van de verwijde aders een sterke bloeding geven. De bloeding komt meestal gemakkelijk tot staan door hoog houden van het been (terwijl de patiënt op de rug ligt), gevolgd door het aanleggen van een drukverband.