v./m. (-en), een kracht die een samenhangend lichaam uitoefent zodra er een kracht op inwerkt.
(e) De reactiekracht wordt opgeroepen door de elastische deformatie van het lichaam dat zich tegen de vervorming verzet. Voorbeelden: een steen die op een tafel ligt, blijft in rust, hoewel de zwaartekracht er voortdurend op inwerkt; een opgeblazen ballon wordt ten gevolge van de gasdruk niet almaar groter. Er is steeds nog een kracht werkzaam die de eerste juist opheft, zodat de resulterende kracht nul is. Deze reactiekracht, ook dwangkracht genoemd (omdat ze de bewegingsvrijheid beperkt), wordt uitgeoefend door het tafelblad op de steen, of door de ballonwand op het ingesloten gas. (➝actie en reactie, wet van).