(het accent wisselt), bn. (-er, -st),
1. niet tevredengesteld, onvoldaan, teleurgesteld: die film heeft mij geheel onbevre'digd gelaten; in seksueel opzicht onvoldaan;
2. (van zaken) niet ingewilligd, onvoldaan: een onbevredigde nieuwsgierigheid; iets onbevre'digd laten, het niet inwilligen, niet eraan voldoen.