bn. en bw. (-er, -st),
1. onbevallig, een onaangename indruk makend: onbehaaglijke manieren, een uiterlijk;
2. niet aangenaam, niet lekker: zich gevoelen, niet op zijn gemak;
3. in ethisch, politiek of sociaal opzicht bedenkelijk, niet behoorlijk: onbehaaglijke situaties.