bedenkelijk
...
Muiswerk Educatief (2017)
bedenkelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-denk-ke-lijk 1. zorg hebben dat het verkeerd zal aflopen ♢ ik vind dat plan bedenkelijk Bijvoeglijk naamwoord: be-denk-ke-lijk ... is bedenkelijker dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. (vero.) denkbaar, alle bedenkelijke bezwaren zijn uit de weg geruimd; 2. ongerustheid wekkende, (minder sterk dan), zorgelijk : een bedenkelijk geval; dat ziet er bedenkelijk uit, dat is alles behalve rooskleurig; — een bedenkelijke ziekte; de zieke is, ligt bedenkelijk, is gevaarlijk ziek ; 3. nadenken, twijfel, onze...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (1 gevaarlijk; 2 nadenken, twijfel, onzekerheid uitdrukkende): 1. de toestand is bedenkelijk; hij is bedenkelijk ziek, d. i. zwaar; het ziet er bedenkelijk uit; 2. hij trok, zette een bedenkelijk gezicht.
Jozef Verschueren (1930)
(bə'denkəlijk) bn. en bw. (-er, -st) 1. nadenken, twijfel, onzekerheid uitdrukkend : iemand met een gezicht aanzien. 2. ongerustheid wekkend : de toestand is -; ziek zijn. Syn. → bang. 3. gevaarlijk : een -e ziekte. 4. gevaarlijk ziek : het kind is, ligt -. bedenkelijkheid v. (...heden).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. ongerustheid wekkend, zorgelijk: een bedenkelijk geval; dat ziet er bedenkelijk uit, dat is allesbehalve rooskleurig; 2. nadenken, twijfel, onzekerheid uitdrukkend: een bedenkelijk gezicht zetten; bedenkelijk het hoofd schudden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: