v. (-en), de daad van omkopen.
(e) In het Ned. strafrecht wordt onder omkoping verstaan het door giften en beloften bewegen van personen tot het verrichten of nalaten van enige handeling. In de wetgeving vallen voornamelijk ambtenaren onder de artikelen van het strafrecht, maar ook niet-ambtelijke omkoping is strafbaar (artt. 177, 178, 328, 362 vlg. WStr). Bovendien is zowel de actieve omkoping van een ambtenaar als de passieve omkoping door een ambtenaar strafbaar. →corruptie.
Het Belg. Strafwetboek (artt. 246–252) voorziet in verschillende bepalingen betreffende de omkoping van openbare ambtenaren. Elke openbare ambtenaar of officier die ingaat op aanbiedingen of beloften,die giften ontvangt of geschenken pleegt een wanbedrijf.