Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lot

betekenis & definitie

o. (-en),

1. een van een nummer voorzien voorwerp waarmee men loot:

in twijfelachtige zaken beslist het lot; iets door het lot delen; iemand bij het verkiezen; het werpen, dobbelen; (spr.) het valt altijd op Jonas, een pechvogel heeft altijd ongeluk; het is geworpen, de zaak is beslist; lootje(gew.)trekken, strootje trekken;

2. aandeel in een loterij, loterijbriefje: een lot nemen; de trekking van de loten;
3. in, uit het lot vallen, hij de loting een goed of slecht nummer trekken; (vroeger)

voor zijn lot opgaan, als loteling (naderhand: als rekruut), niet als vrijwilliger;

4. loop van de gebeurtenissen, gang van zaken zoals die beschikt zijn, de fortuin:

geld waarmee het hem rijkelijk heeft bedeeld; het lot was hem gunstig gezind; het lot van de wapenen, van de oorlog;

5.bovenmenselijke macht die het leven van de mensen beheerst, lotsbestemming, het blinde noodlot: het grimmig lot; vervuld van bitterheid tegen lot heten tegen de mensen;
6. wat iemand door een lot wordt toegewezen: het hoogste de hoogste prijs (in de loterij); (gew.) het groot -, de hoofdprijs; (fig. zegsw.) dat is een lot uit de loterij, een bijzonder buitenkansje, iets waarop men volstrekt niet had kunnen rekenen;
7. dat wat iemand in zijn leven beschikt is, hetzij een enkele gebeurtenis of het geheel van zijn levensomstandigheden: ik heb medelijden met zijn lot; iemands lot verbeteren; iemands lot delen, hetzelfde als hij ondervinden, in dezelfde levensomstandigheden verkeren; met zijn lot tevreden zijn; iemand aan zijn lot overlaten, nalaten hem te helpen; (ook) zich niet met hem bemoeien;
8. vastgelegde hoeveelheid waarop een termijnkoop betrekking heeft;
9. (hist.) belasting; (alleen in de zegsw.)schot en betalen, zijn belasting opbrengen; (fig.) zijn verplichtingen als burger nakomen.

In bepaalde culturen werden godenmachten geacht hun wil kenbaar te maken door het lot (-orakel). Het lot wordt in vrijwel alle bekende religies aangetroffen en behoort tot de mantiek. Vandaar dat het lot (anangke) in het Griekse denken de macht is die de gebeurtenissen bepaalt, al of niet onder controle van de goden: het noodlot of het blinde lot in de hellenistische tijd; de noodlotsgedachte leidde tot fatalisme.

LITT. W.C.Greene, Moira (z.j.); W.Gehl, Der germanische Schicksalsglaube (1939).