Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kruin

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. bovenste deel van het hoofd, m.n. de plek vanwaar de haren als stralen in het rond uitgaan; bij de — begon hij kaal te worden; schedel, kop: een kale, een grijze —;
2. kaal geschoren plek achter op de schedel bij r.k. geestelijken, tonsuur;
3. (bij verdere uitbreiding) hoofd: het schort hem in de —, hij is niet goed bij zijn verstand;
4.bovenste gedeelte van verschillende voorwerpen, top: de — van een berg; de — van een dijk, het bovenvlak; top van een gewelf op een gewelf kap; top, ook wel de gehele kroon van een boom.