v./m. (-en),
1. schaaldier dat door een lang achterlichaam en scharen aan het eerste paar poten wordt gekenmerkt en behoort tot de onderorde Macrura uit de tienpotige schaaldieren, →kreeften; de kleur is groenachtig grijs, maar wordt rood indien zij gekookt worden; zo rood als een —, vuurrood;
2. (boekhouding) kreeften, het terugkomend commissiegoed; (ook) kind dat in zijn groei is blijven steken;
3. (muziek) kreeftcanon.