v./m. (-ten), een lichte, beschermende bedekking voor weinig aan golven blootgestelde dijksbelopen.
(e) Een krammat bestaat uit een spreidsel van stro en bladriet, of ook wel beide gemengd, dat door ineengedraaide strobeugels, gegalvaniseerde ijzerdraadspanningen of kippegaas op het dijksbeloop (talud) wordt bevestigd. Evenwijdig met de kruin van de dijk worden hierover de beugels (poten) in het dijksbeloop gedrukt met de kramspade. Men onderscheidt zomeren wintermat naar de afstand van deze regels onderling en de dikte van het spreidsel. Zelfs onder gunstige omstandigheden houdt een krammat niet langer dan een jaar. Een krammat wordt toegepast om de grasmat van dijksbelopen tijdens het winterseizoen te beschermen tegen uitbreiding van beschadigingen die o.a. waren ontstaan ten gevolge van hoogwater. In het voorjaar wordt de krammat ingezaaid.
Hierdoor herstelt de grasmat zich terwijl de krammat na verloop van tijd verteert. Tegenwoordig worden ook poreuze kunststofweefsels toegepast die het beloop beschermen en met gras doorgroeid worden.
