Tadeusz, Pools filosoof, *31.3.1886 Warschau. Kotarbinski studeerde te Lwow en werd in 1918 hoogleraar te Warschau.
Tussen de beide wereldoorlogen en lange tijd daarna was hij de invloedrijkste filosoof in Polen. Hij paste rigoureus de resultaten van de symbolische logica toe in de filosofie. Hij verdedigde het concretisme. Toegepast op de taal betekent dit, dat alleen namen voor concrete dingen zinvol zijn; woorden voor eigenschappen enz. worden via moderne ‘vertaalregels’ tot woorden voor dingen teruggebracht. Toegepast op de ontologie betekent dit het aanvaarden van de materiële dingen als de eigenlijke werkelijkheid. Het semantisch (of taalkundig) reïsme sluit overigens niet noodzakelijk het ontologisch reïsme in.
Uitspraken over de menselijke ziel worden door Kotarbinski teruggebracht tot uitspraken over inwerkingen op dingen en lichamen. Dit noemt hij imitationisme (eigenlijk een soort →behaviorisme). Belangrijk is ook het werk van Kotarbinski op het gebied van de ethiek. Hij ontwikkelde hier een nieuwe wetenschap, de praxiologie, de leer hoe effectief te handelen. Gezien de betekenis van de Poolse filosofie voor de analytische filosofie, is Kotarbinski’s invloed ook buiten Polen groot. Werken (voor zover vertaald): Leçons sur l’histoire de la logique (1964); Praxiology. An introduction to the sciences of efficient action (1965).LITT. Z. A. Jordan, The development of mathematical logic and logical positivism in Poland between the two wars (1945).