o. (-s, -en),
1. kenmerk, teken waaraan men iemand of iets kan kennen: uiterlijke kentekens; bijzondere kentekens (b.v. bij het opgeven van een signalement); onderscheidingsteken: de internationale kentekens voor auto’s;
2. gesteldheid, eigenschap waaruit het bestaan of aanwezigheid van iets blijkt, waaruit men iets kan afleiden: de kentekenen van een ziekte; kentekenen van geschiktheid en van maatschappelijke welstand.