Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jaarmarkt

betekenis & definitie

v./m. (-en), uit de middeleeuwen daterende markt, waarop de goederen in concreto aanwezig zijn en die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden.

(e) Aanvankelijk had de jaarmarkt een lokaal karakter. De bevolking uit de omgeving ruilde er haar voortbrengselen tegen die van de ambachtsbedrijven uit de stad. Dit geschiedde ten minste twee maal per jaar, wanneer de boeren hun grote zomerof winteraankopen (gereedschap, kleding, schoeisel) verrichtten. Soms hingen jaarmarkten samen met kerkelijke feesten; jaarmarkten van dit type bestonden reeds vóór de 10e eeuw. Later kwamen ook plaatselijke en vreemde kooplui op de jaarmarkt, waardoor een levendige handel ontstond. In de loop der tijden hebben sommige van deze jaarmarkten zich ontwikkeld tot markten waarop zich groothandelstransacties voltrokken in goederen die van zeer verre afstand werden aangevoerd.

Dit type, vooral in de 17e en 18e eeuw gehouden, duurde meestal 1—4 weken. Bekende jaarmarkten (vaak missen, Messen genoemd) waren o.a. die van Leipzig (daterend uit 1138) en Nisjni Novgorod. Zij doorbraken in zekere zin het sterk gebonden plaatselijke handelsverkeer en vormden een eerste symptoom van het ontstaan van een wereldhuishouding. De aangevoerde goederen bestonden enerzijds uit de overschotten van de lokale ambachtsbedrijven, anderzijds uit grondstoffen en nijverheidsprodukten die niet uit de eigen omgeving stamden. Deze internationaal getinte jaarmarkten waren trefpunten voor de reizende kooplieden uit verschillende landen. Deze genoten er privileges, terwijl er tevens voor hun veiligheid werd gezorgd (marktvrede).

Naast deze missen, die uiteraard slechts in economisch en juridisch goed geordende streken konden gedijen, ontstonden de kapitaalen geldmarkten. Jaarmarkten waren prijsvormingsinstituten die in een tijdperk van gebrekkige verkeerstoestanden pasten. Zij bevorderden de zuiverheid van de prijsvorming, die in het verleden als gevolg van het gebrekkig contact tussen kopers en verkopers telkens werd verstoord. Met het toenemende en beter gerichte verkeer, de groei van de internationale handel en de intensievere produktie verdwenen de jaarmarkten geleidelijk, doordat regelmatig contact en regelmatige goederenruil tussen de verschillende gebieden ontstonden. Ook werd een deel van hun functies door →winkel, →beurs en →jaarbeurs overgenomen. Slechts de Leipziger Messe bleef haar karakter tot in de 19e eeuw behouden.

LITT. J.H.v.Stuijvenberg (red.), De econ. gesch. van Nederland (1977).