Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Iowa

betekenis & definitie

[→Iowaysof Aiouez,de slaperigen, een Sioux Indianenstam], (afk. i A), staat van de VS, begrensd door Minnesota, Wisconsin, Illinois, Missouri, Nebraska en Zuid-Dakota; 145791 km2,2825000 inw. (1,2 % negers). Hoofdstad: Des Moines.

FYSISCHE GESTELDHEID. Iowa is een zacht golvende vlakte, die geleidelijk stijgt van het zuidoosten naar het noordwesten. Het hoogste punt is 503 m, het laagste 144 m. De pleistocene ijstijden hebben de bovenlaag van de grond gevormd. Na het ijs bleven lagen van 3—45 m dikte achter, waardoor Iowa een van de vruchtbaarste bodems in de VS kreeg. De dikke laag poreus bodemkruim is ook bestendig tegen hevige regenval en grote droogte, die beide in Iowa vaak voorkomen.Afwatering.

Bijna twee derde van Iowa behoort tot het stroomgebied van de Mississippi met zijrivieren: Turkey, Maquoketa, Wassipinicon, Cedar, Iowa, Skunk, Des Moines. Verder vindt afwatering plaats op de westelijke grensrivier, de Missouri, met zijrivieren: de Big Sioux, Floyd, Little Sioux, Boyer, de Westen Oost-Nishnabotna. In het noorden bleven na de ijstijd veel kleine meren over. Ondanks het agrarische belang bij goede waterhuishouding was in 1960 nog maar een kwart van de watercapaciteit van de staat onder controle. Zorgeloosheid en roofbouw in het stroomgebied van de Missouri veroorzaakten verlies van natuurlijke rijkdommen. Een wettelijke regeling voor erosiebestrijding met zes conserveringsdistricten, kwam in 1971 tot stand, terwijl in 1973 een departement van milieubeheer werd ingesteld.

Klimaat.

Iowa heeft een landkimaat met koude winters en lange warme zomers, waarin de meeste regen valt. Vaak komen uitersten voor, zowel van hitte als van koude, van regenval en droogte. Extreme temperaturen waren in juli 1934: 47 °C, in jan. 1912: —44 °C. Andere incidenten vormen tornados en hagelstormen in lente en zomer en blizzards (sneeuw) in de winter. De gemiddelde temperatuur in Des Moines (282 m hoog) is voor jan. —6,6 °C, voor juli 24,4 °C; neerslag 80 cm/jaar.

Flora.

Vrijwel geheel Iowa was oorspronkelijk deel van het prairiegebied van Noord-Amerika. In het zuidoosten komen restanten van de loofwoudgordel voor, die enig notenhout leveren. Langs rivieren komen galerij wouden voor.

BEVOLKING. De groei van de bevolking is zeer gering door het wegtrekken van veel jonge agrariërs naar andere staten. Er is een sterke urbanisatie; de stedelijke bevolking bedroeg in 1970 57,2 %. De eerste kolonisten vestigden zich langs de rivieren waar transportmogelijkheid en waterkracht voor maalderijen aanwezig waren. Door de spoorwegen (1850-70) werd de prairie ontsloten. Tussen 18601900 kwamen veel immigranten uit Duitsland, Scandinavië, Ierland, Nederland en Frankrijk, waardoor het inwonertal steeg van 192000 tot 2232000.

ECONOMIE. Iowa staat als landbouwen veeteeltstaat (na Californië) op de tweede plaats in de VS. De toegenomen industrie is binnen de staat de belangrijkste bestaansbron. Bosbouw en mijnbouw zijn van weinig betekenis.

Landbouw en veeteelt.

Het bijna geheel uit vruchtbare grond bestaande Iowa produceert 10 % van het voedsel van de VS. De hoogste opbrengst per ha is te danken aan toegepaste landbouwwetenschap, ondernemersgeest en mechanisatie. Het meest belangrijke is Hancock County, dat met 1425 km2 centrum van het vruchtbare zwarte leemgebied is. Het aantal landbouwbedrijven neemt af (1970: 140000) en de gemiddelde grootte toe (1970: 96ha). Iowa is de grootste maïsproducent (veevoer) in de VS, verder worden er veel sojabonen, alfalfa, hooi en haver geproduceerd. Met 14,5 mln. varkens heeft Iowa de meeste varkens in de VS; er zijn 7,7 mln. runderen en de pluimveeteelt is aanzienlijk. Mijnbouw.

Er worden enig kalksteen, zand, grind, gips en steenkolen gewonnen.

Industrie.

Naast de oudere industrieën (voedingsmiddelen, landbouwwerktuigen, spoorwegmaterieel) kwam grotere verscheidenheid met chemicaliën, elektrische machinerieën, elektronika, banden, verwarmingsinstallaties, metaalwaren, autoonderdelen. Industriecentra zijn: Des Moines, met ook vele drukkerijen en uitgeverijen; Cedar Rapids (elektronika en meelprodukten); Waterloo (tractoren); Ottumwa (Varkensvleesconserven); Newton (wasmachines); Fort Madison (kantooren schrijfbehoeften).

Toerisme.

Er zijn 91 staatsparken en recreatiegebieden. Vele plaatsen met lokale bezienswaardigheden: Pella en Orange City (tulpenfeest), Des Moines (agrarische tentoonstelling), Nashua (Little Brown Church in the Vale). Voorts musea te Davenport, Decorah, Waterloo.

ONDERWIJS. Van de 54 instituten voor hoger onderwijs zijn te noemen: de universiteit van Iowa (1847), de Iowa-universiteit (1858), de universiteit Northern Iowa (1876) en Drake University (1881). GESCHIEDENIS. De Fransen Marquette en Jolliet kwamen tijdens verkenning van de Mississippi in 1673 in het gebied van Iowa. De blanke vestiging dateert van 1788, toen Dubuque met de Fox Indianen een overeenkomst sloot tot exploitaite van een loodmijn. In 1803 werd het gebied verkocht door Napoleon aan de VS (Louisiana Purchase). De kolonisatie nam toe na de nederlaag van Sioux en Algonkin Indianen onder Zwarte Havik in 1832. In 1838 werd Iowa een territorium, in 1846 een staat van de VS.