[→Lat. initium, begin],
l. zn. v./m. (initialen), 1. grote, versierde beginletter in een handschrift, en in navolging daarvan ook in gedrukte teksten (e); 2. elk van de eerste letters van iemands namen, voorletter: onder het artikel staan alleen de initialen van de schrijver;
II. bn., het begin betreffend: — accent, beginaccent.
(e) De initiaal kwam op in de laatantieke tijd en bereikte haar grootste bloei in de middeleeuwse handschriften. Zij is vaak rijk versierd; men spreekt van een gehistorieerde initiaal als deze een voorstelling bevat (een miniatuur in de letter). Ook in gedrukte boeken werden initialen vaak met de hand aangebracht. Vanaf de 16e eeuw werden zij uitsluitend in hout of in metaal gesneden en afgedrukt. De in Engeland aan het einde van de 19e eeuw begonnen herleving van het goed verzorgde boek bracht ook een nieuwe bloei van de initiaal met zich mee. LITT. A.Nesbitt, Decorative alphabets and initials (1959); J.Gutbrod, Die Initiale in Handschriften des bis 13. Jahrh. (1965).