Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

houtverkoling

betekenis & definitie

v., het verhitten van hout in een gesloten ruimte zonder of met uiterst beperkte luchttoevoer, ter verkrijging van houtskool.

(e) De meest primitieve manier van houtverkoling vindt plaats in kuilen, later gevolgd door de →meilers, waarvan verschillende typen bestaan (horizontale en verticale). Bij het houtverkolingsproces kan men verschillende stadia onderscheiden. Eerst verdampen van het water; tot een temperatuur van 150-170 °C vindt nog weinig ontleding plaats; daarna steeds meer ontleding en bij 270 °C de exotherme reactie die de temperatuur doet oplopen tot 400 °C. Een sterke gasontwikkeling vindt hierbij plaats (exotherme warmte voor droog beukehout ca. 470 kcal/kg, ca. 1970 kJ/kg).

Bij droge destillatie van beukehout op laboratoriumschaal zijn de opbrengsten, berekend op droge stof: 35 % houtskool, 8 % teer, 2,3 % ruw methanol, 6 % azijnzuur, 16 % houtgassen. Het koolstofgehalte van de houtskool wordt bepaald door de eindtemperatuur: 83 % C bij 400 °C; 90 % C bij 500 °C; 93 % bij 600 °C. Een modernere wijze van houtverkoling is de droge destillatie in retorten, waarbij het mogelijk is bijprodukten te winnen. Vooral aan het begin van de 20e eeuw waren deze bijprodukten (azijnzuur, methanol, aceton) een belangrijke economische pijler voor de houtverkolingindustrie. Tegenwoordig spelen zij voor de economie van de houtverkoling geen grote rol meer. De retortensystemen kan men onderscheiden in die met verticale, van buiten verwarmde retorten met een inhoud van ca. 5 m3 en in grote horizontale, eveneens van buiten verwarmde retorten, waarin met hout beladen wagentjes rijden.

Een betere warmte-economie wordt bereikt, indien de verwarming direct geschiedt, waarbij de verbrandingsgassen door de retort worden geleid. Vanwege het feit, dat de warme gassen door het hout worden geleid, en de vluchtige ontledingsprodukten snel worden afgevoerd, is de teeropbrengst hoger dan normaal. Er zijn (vooral in de VS) methoden ontwikkeld om ook zaagsel te verkolen, waarbij fluïdisatietechnieken worden toegepast.