Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hoeveel

betekenis & definitie

(het accent wisselt), onbep. en vragend telw., welk aantal of bedrag: — appelen zijn er?; welke mate van: — tegenspoed hij ook heeft, hij blijft opgeruimd; het zn. wordt vaak weggelaten als uit het verband voldoende blijkt wat bedoeld wordt: — is het?, hoeveel geld; — schelen zij?, hoeveel jaar; in verbogen vorm: met hoevelen waren jullie?, met welk aantal (personen).

< >