Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Höffding

betekenis & definitie

Harald, Deens filosoof, *11.3.1843 Kopenhagen, ♱2.7.1931 Kopenhagen. Höffding was van 1883-1915 hoogleraar te Kopenhagen.

Hij werd internationaal bekend door een reeks van helder en boeiend geschreven, in vele talen overgezette werken. Hij is in zijn denken beïnvloed door Kant en Schopenhauer, niet minder door de Engelse en Franse positivisten en evolutionisten, wier werken vooral door zijn toedoen in Denemarken ingang vonden. Er waren voor Höffding vier wijsgerige hoofdproblemen: 1. het kennisprobleem, 2. het kosmologische probleem, 3. het ethisch-religieuze probleem, of probleem van de waarden; 4. het bewustzijnsprobleem. Höffding benadrukte de eigen persoonlijke ervaring. Zijn ethiek is sociaal-eudemonistisch; doel van alle streven is: het welzijn van zoveel mogelijk mensen, gebaseerd op sympathie en humaniteit. Religie voorziet in de menselijke behoefte aan geloof in het behoud van waarden.

Alleen die religieuze symbolen en geloofsinhouden kunnen bevredigen, die niet met het moderne werkelijkheidsbesef in strijd zijn. Werken: Etik (1887), S.Kierkegaard (1892), Religionsfilosofie (1901), Humor als Lebensgefühl (1916), Der Totalitätsbegriff (1917), Erkenntnistheorie und Lebensauffassung (1925). Uitgave: Corresp. entre H.Höffding et E.Meyerson, door T.Brandt e.a. (1939).LITT. G.Horreüs de Haes, H.Höffding en zijn betekenis voor godsdienstwijsbegeerte en zedeleer (1930).

< >