Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hoff

betekenis & definitie

Jacobus Henricus van t, Ned. scheikundige, *20.8.1852 Rotterdam, ♱1.3.1911 Berlijn. Van t Hof gaf in 1874 een verklaring van de optische activiteit van organische stoffen door het asymmetrische koolstofatoom in te voeren.

Hiermee legde hij de basis voor de stereochemie. Verder waren zijn onderzoekingen op het gebied van osmotische druk, van evenwicht en theorie van kookpuntsverhogingen en vriespuntverlagingen van oplossingen en die der reactiesnelheden van fundamenteel belang. Van t Hoff werd in 1878 hoogleraar te Amsterdam. In 1896 ging hij naar Berlijn, waar hij zich als lid van de Academie van Wetenschappen bezighield met onderzoekingen van de zoutafzettingen van Stassfurt. In 1901 ontving hij de Nobelprijs voor scheikunde. LITT. E.Cohen, J.H.van t Hoff, sein Leben und Wirken (1912).

< >