Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

herfstdraad

betekenis & definitie

m. (-draden), ben. voor de fijne, zijdeachtige draden die in de herfst over velden en wegen zijn gespannen of in kluwens door de lucht zweven.

(e) De herfstdraden ontstaan als spinseldraden van kleine spinnesoorten, die zich met behulp van opstijgende luchtstromen en niet te harde wind aan de spinseldraad laten meevoeren. Vooral in de late zomer en herfst zijn de omstandigheden vaak gunstig voor het optreden van dit verschijnsel (veel kleine spinnen, kalm herfstweer). De diertjes kunnen zodoende tot een hoogte van enkele honderden meters meegevoerd worden, terwijl zeer grote afstanden overbrugd kunnen worden. Vooral door het massaal optreden moet dit verschijnsel een grote invloed hebben op de verspreiding van soorten over de aarde. Na het neerkomen blijven de draden als een tapijt over planten en struiken liggen, in extreme gevallen als een dichte witte deken.

< >