m. (-en), Anguis fragilis, pootloze hagedis, die in geheel Europa voorkomt.
(e) De hazelworm behoort tot de familie hazelwormen (Anguidae). In Nederland komt de hazelworm niet voor ten westen van de lijn Amsterdam—Bergen op Zoom. In België komt hij door het hele land voor (fazanten zouden een ernstige bedreiging vormen), maar is nergens talrijk. Hij leeft vooral in bossen en heidevelden, en kan ruim 50 cm lang worden, waarvan dan iets meer dan de helft staart is. De schubben op rug en buik zijn identiek, rond en glad. De kleur van de rug varieert van grijs tot roodbruin.
De jongen zijn goudkleurig, met een zwarte vertebraalstreep. Deze soort is eierlevendbarend; het aantal jongen dat per keer geboren wordt (einde zomer) varieert van 3—26. De dieren voeden zich vooral met naaktslakken, regenwormen en verschillende soorten insekten. Van oktober tot maart houdt de hazelworm een winterslaap. Direct na het ontwaken uit de winterslaap vindt de paring plaats. De soortnaam fragilis slaat op het feit dat deze soort gemakkelijk de staart af kan werpen (dit kunnen slangen niet).
Ook de beweegbare oogleden vormen een onderscheid met slangen. De hazelworm is een volkomen ongevaarlijk dier. Sinds 1973 zijn alle in Nederland voorkomende reptielen en amfibieën volledig beschermd, en is het doden, vangen, houden of transporteren van dergelijke dieren strafbaar.
