Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

harmonische

betekenis & definitie

m. (-n), een van de sinusvormige componenten waaruit een niet-sinusvormig maar wel periodiek signaal opgebouwd gedacht kan zijn. (e) De laagste harmonische wordt ook wel grondtoon genoemd; de hogere harmonischen, waarvan de frequenties een veelvoud zijn van die van de grondtoon, heten ook wel boventonen, harmonische analyse, het bepalen van de coëfficiënten a0, al’bl’b2, ... bij het ontwikkelen van een gegeven functie f(x) in een reeks van Fourier: f(x) = a0 + a11cos x + b1sin x + a2cos 2x + b2sin 2x + ... Dit kan ook grafisch met een instrument (analysator) uit de grafiek van de functie gebeuren.

< >