Ned. gemeente in de prov. Noord-Holland, tussen Amsterdam en Haarlem, 27,48 km2 (zware klei, laagveen), 4260 inw., 52 % r.k., 14 % n.h., 8 % geref., 3 % overige en 23 % g. kerkg.
Akkerbouw en veeteelt zijn van belang. De kern van de gemeente is Halfweg (meto.a. de suikerfabriek Holland, een betonwarenen een kistenfabriek). In Spaarnwoude staat een laatromaanse toren (13e eeuw).
Haarlemmermeer, Ned. gemeente in de prov. Noord-Holland, 185,35 km2, 68950 inw., 28 % r.
k., 22 % n.h., 13,5 % geref., 8 % overige en 28,5 % g. kerkg. De gemeente valt sinds 1855 samen met de gelijknamige droogmakerij. Onder de bestaansmiddelen domineert de akkerbouw: graan, suikerbieten, aardappelen en landbouwzaden. Aan de westrand worden bloembollen, aan de oostrand bloemen (Aalsmeerse teelten onder glas) geteeld. Voornaamste dorpen in Haarlemmermeer zijn: Hoofddorp (gemeentehuis), Nieuw-Vennep, Schiphol, Badhoevedorp en Zwanenburg. De industrie in m.n. gevestigd in Zwanenburg, Nieuw-Vennep, Schiphol en Hoofddorp. Belangrijkste industrieën: metaal-, vliegtuig(Fokker), voedingsmiddelen-, kledingen textiel-, hout-, aardewerken bouwmaterialenindustrie. In de gemeente ligt de luchthaven Schiphol. Watersport op de ringvaart en op de Westeinder plassen.
GESCHIEDENIS. Het Haarlemmer Meer ontstond in de 16e eeuw uit een aantal kleinere meren, die door vervening en oeverafslag uitgroeiden tot één groot meer, dat zich bij stormen steeds meer uitbreidde. Daarom bestonden reeds vroeg plannen tot drooglegging (J.A.→Leeghwater), die echter pas gerealiseerd konden worden door het gebruik van stoomgemalen. Ten gevolge van de stormramp van 1836 kwam in 1839 de Wet tot droogmaking van het Haarlemmer Meer tot stand. Nadat een ringdijk en ringvaart waren aangelegd, begon in 1848 door drie grote stoomgemalen, de Leeghwater, de Cruquius en de Lynden, de droogmaling, die in 1852 voltooid was; in 1855 kon de polder in gebruik genomen worden. Een kolonisatieplan, zoals later voor de Zuiderzeepolders, bestond niet.
De pachters kwamen uit alle streken van Nederland, velen uit Brabant. Aanvankelijk heersten er slechte sociale, hygiënische en morele toestanden. Afb.p.106. LITT. H.N.ter Veen, De Haarlemmermeer als kolonisatiegebied (1925); C.van Paassen, P.J.Kouwe, G.A.Wissink, De Haarlemmermeer (1955); Van bruisend water tot ruisend graan (1955; gedenkboek); S.J.Fockema Andreae, Wat er aan de droogmaking van de Haarlemmermeer voorafging; A. van der Marel, Haarlemmermeer in vroeger dagen (1958).
haarlemmerolie, v./m., een vroeger zeer veel gebruikt middel, waarvan men meende dat het alle kwalen genezen kon.