Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grondstoffenregeling

betekenis & definitie

v. (-en), regeling waarbij men produktie en afzet van bepaalde grondstoffen zoveel mogelijk op elkaar tracht af te stemmen om de prijs ervan te beheersen.

ⓔ Grondstoffenregelingen hebben doorgaans tot doel al te sterke prijsschommelingen van de betrokken produkten te voorkomen. Dergelijke prijsschommelingen vinden doorgaans hun oorzaak in vraagverminderingen en -vermeerderingen ten gevolge van de ➝conjunctuur, waaraan het aanbod zich onvoldoende snel kan aanpassen, en door misoogsten, waaraan de vraag zich onvoldoende wil aanpassen. Dit geldt m.n. voor agrarische produkten, zoals koffie, suiker, tabak, rubber, thee e.d., waarvan het aanbod zeer inelastisch is, zodat een vraagstijging de prijs snel opdrijft, terwijl een vraagdaling tot een sterke prijsval leidt. Is er sprake van een algemene overproduktie van bepaalde grondstoffen, zoals ca. 1930 het geval was, dan heeft de grondstoffenregeling doorgaans het karakter van een ➝valorisatie (het tijdelijk uit de markt nemen van een deel van het aanbod) of een ➝restrictie (het beperken van de produktiecapaciteit). Het grote probleem van het doorvoeren van een dergelijke regeling in internationaal verband is het verenigen van de doorgaans tegenstrijdige belangen van de producentenen consumentenlanden.

Na de Tweede Wereldoorlog heeft men o.a. in het kader van het werk der VN getracht op een meer systematische wijze tot bepaalde grondstoffenregelingen te komen. Daarbij richtte men de maatregelen niet meer uitsluitend op het verminderen van een eventueel produktieoverschot, maar trachtte men ook oplossingen te creëeren voor tijden van een tekort, b.v. door middel van het systeem van de buffervoorwaarden, waarbij in geval van overvloedige oogsten tot opslag van overtollige hoeveelheden wordt overgegaan. Deze voorraden kunnen in tijden van schaarste worden verkocht. Vooral de VS hebben dit systeem op vrij grote schaal toegepast, echter niet altijd met evenveel succes, hetgeen o.m. kan blijken uit het feit dat meermalen getracht werd de al te sterk gegroeide voorraden tegen afbraakprijzen op de internationale markt te verkopen, hetgeen uiteraard verstorend werkte op de economie van bepaalde grondstoffen-producerende landen.

In internationaal verband is het systeem van de buffervoorraden zeer moeilijk uitvoerbaar, gezien de daarbij rijzende financieringsproblemen. Daarom hebben internationale afspraken dienaangaande vaak het karakter van een quotenstelsel, dat de wederzijdse inen uitvoer regelt, of van een multilateraal contract, waarbij de deelnemende landen zich verplichten bepaalde hoeveelheden te verkopen of te kopen, zodra de marktprijs het maximum of het minimum van een bepaalde prijszone overschrijdt. Op deze basis zijn o.m. internationale regelingen tot stand gebracht ten aanzien van suiker, tin, rubber, koffie en enkele nonferrometalen.

M.n. op de resp. UNCTAD-conferenties heeft het grondstoffenvraagstuk de nodige aandacht gekregen, zonder dat men overigens tot praktische oplossingen is gekomen. De grondstoffenproblematiek is eveneens ingebracht in de Noord-Zuid-dialoog die in 1976 te Parijs van start is gegaan. In deze dialoog kan bij de bespreking van een nieuwe internationale economische orde aan de positie van de grondstoffen(landen) niet meer worden voorbijgegaan. LITT. J.P.F. Rowe, Primary commodities in intern. trade (1965); J. Tinbergen e.a., Naar een nieuwe wereldeconomie (1965); H. Wruck, Intern. Marktvereinbarungen (1970).

< >