een in de 17e eeuw opgeworpen, doorlopende aarden wal met hier en daar verdedigingswerken in de Geldersche Vallei (Ned. prov. Gelderland), van Spakenburg, langs de Eem, de Luntersche Beek en de Grebbe naar de Rijn, zich aansluitende bij de stelling in de Neder-Betuwe van De Spees over Ochten naar Sint-Andries.
In 1629 gaven de Staten van Utrecht opdracht een wal of retranchement van de Grebbe tot de Zuiderzee aan te leggen. Door het doorsteken van de Grebbedijk en het openen der sluizen zou geïnundeerd kunnen worden. De uitvoering werd evenwel belemmerd en pas Menno van Coehoorn heeft het denkbeeld van de Grebbelinie weer opgevat (1775 voltooid). In de Vestingwet van 1874 wordt de Grebbelinie met haar verlengde in de Neder-Betuwe een voorpostenopstelling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie genoemd. In de 20e eeuw werd een afwateringskanaal (het Vallei Kanaal) gegraven, waardoor onmiddellijk ten oosten van de Grebbelinie een belangrijke (vechtwagen-)hindernis zou worden verkregen, terwijl met de vrijkomende grond de wal van de linie kon worden verzwaard. In 1939-40 werd de Grebbelinie door de aanleg van veld versterkingen, de bouw van betonnen kazematten, de aanleg van hindernissen en het stellen van inundaties in staat van verdediging gebracht.
De bouw van een motor gemaal bij de Grebbesluis, dat de inundatie zou moeten uitvoeren, was echter pas in een beginstadium toen tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitsers 12—13.5.1940 de stelling doorbraken. Volgens de. Vestingwet 1874 is de Grebbelinie nog formeel een deel van het Ned. verdedigingsstelsel, in feite is zij echter opgeheven.