Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grasbuik

betekenis & definitie

m. (-en),

1. (van een paard) buik die aan beide zijden sterk uitsteekt tengevolge van het eten van meer gras of hooi dan korenvoedsel, hooibuik;
2.haas van de weidevelden, waarvan het vlees minder geacht wordt dan dat van duin- en heihazen.

< >