Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Góngora y Argote

betekenis & definitie

Luis de, Spaans dichter, *11.7. 1561 Córdoba, ♱23.5.1627 Córdoba. De Góngora y Argote werd in 1612 benoemd tot hofkapelaan van koning Filips lil.

Daar onderhield hij nauwe banden met de litteraire kringen in Madrid en droeg hij bij tot de ontwikkeling van die typische barokstijl in de letteren die culturanismo wordt genoemd. Deze stijl kenmerkt zich door een overmatig grote aandacht voor het gebruik van metaforen, het introduceren van Griekse en Latijnse woorden in de volkstaal, het veelvuldig gebruik maken van omzetting in de zinsbouw waardoor de structuur van de zin een Latijns karakter krijgt. Het hoofddoel van de culturanistische poëzie van De Góngora y Argote is het bereiken van absolute schoonheid. Veelal werd zijn stijl als duister en snobistisch betiteld. Bekend zijn de polemieken hierover die De Góngora y Argote heeft gevoerd met tijdgenoten zoals Quevedo en Lope de Vega. Behalve deze moeilijke, duistere dichtwerken, schreef De Góngora y Argote ook eenvoudiger poëzie: populaire versjes en romances, die zeer geliefd waren bij zijn tijdgenoten.

Werken: La fábula de Polifemo y Galatea (1612; geïnspireerd op Ovidius),Las soledades (1613). Uitgaven: Obras completas de Góngora (1956); Obras en verso (1963); Sonetos completos (1968). litt. D.Alonso, La lengua poëtica de Góngora (1950); B.Müller, Góngoras Metaphorik, Versuch einer Typologie (1963); R.Jammes, Études sur l’oeuvre poétique de don Luis de Góngora (1967).

< >