[Sanskriet, autoriteit, persoon aan wie men respect verschuldigd is], m. (-s), leraar in de zin van geestelijk leidsman, die de leerling in de heilige boeken of in de verlossingsleer inleidt.
(e) Bij vele richtingen in het hindoeïsme geldt de goeroe als manifestatie van het opperwezen en heeft hij zeer grote invloed op zijn leerlingen; bij de vishnuïeten, die de filosoof ➝Vallabha volgen, geniet hij als goddelijke incarnatie buitengewone verering en geldt zijn persoon als heilig. De keuze van de juiste goeroe is voor velen in India voor hun spiritueel leven van beslissend belang. Sinds de jaren zestig zijn ook velen in West-Europa en de VS in de leer gegaan bij goeroes, in India of in eigen land.
litt. J.Gonda, Change and continuity in Indian religion VIII (1965).
