Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gezer

betekenis & definitie

(thans: Teil Djezer), een van de oudste steden in Palestina, aan de westgrens van het Judese bergland, ca. 30 km ten noordwesten van Jeruzalem. Gezer beheerste de route Egypte-Damascus en de weg van Jeruzalem naar de kust.

De opgravingen eind 19e-begin 20e eeuw door Macalister brachten overblijfselen van holbewoners aan het licht (4e millennium v.C.). Gezer was een door ➝cyclopische muren versterkte plaats. Van strategisch belang was ook de 70 m lange tunnel (midden bronstijd), die geboord werd van de westelijke rotstop naar een bron in de diepte. Uit later tijd zijn sporen van de bij Semieten gebruikelijke kinderoffers aangetroffen en ook bouwoffers: volwassenen, begraven onder muren of drempels. Uit de graf geschenken blijkt Egyptische cultuurinvloed: de ➝Hyksos (17e eeuw v.C.) heersten over Kanaän. Uit Oudkanaänitische tijd, toen Gezer koningsstad was, dateert de grote zware ringmuur (3-4 m hoog), die later, waarschijnlijk door koning Salomo van torens is voorzien.

De Israëlieten hebben Gezer niet kunnen nemen (Recht.1,29). De koning van Egypte veroverde Gezer en gaf de door hem verwoeste stad ca.950 v.C. als bruidsgeschenk aan zijn schoonzoon Salomo (1 Kon.9,16), die Gezer herbouwde en er een van zijn wagensteden (➝wagenstad) van maakte (naast ➝Megiddo en ➝Taanach). Volgens 1 Kron.6,67 werd o.a. Gezer met zijn weidegronden als woonplaats aan levitische geslachten toegewezen. Merkwaardig zijn een te Gezer gevonden boerenkalender en twee spijkerschriftdocumenten, uit de pre-Israëlitische tijd, alsmede een ostrakon (potscherf) met een protoalfabetisch schrift. Uit de bovenste laag van de opgravingen blijkt dat Gezer tijdens Simon de Makkabeeër (142—35 v.C.) een belangrijke vesting was. litt.

R.Macalister, The archaeology of Palestine (1954); K.Kenyon, Archaeology in the holy land (1960); W.Dever, H.Lance en G.Wright, Gezer i. Preliminary report of the 1964-66 seasons (1970).