Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geslachtsbepaling

betekenis & definitie

v.,

1. het bepalen tot welk geslacht een nieuw individu behoort (e);
2. het mechanisme dat ervoor zorgt dat een organisme zich ontwikkelt tot een individu van bepaald geslacht (e). (e) biologie. Het mechanisme van de geslachtsbepaling zorgt er bij zeer veel organismen voor dat beide geslachten in ongeveer gelijk aantal voorkomen. Deze geslachtsverhouding komt tot stand doordat een van de geslachten ➝heterozygoot is voor een geslachtsbepalende factor. Bij zoogdieren is deze heterozygoot het mannetje. Deze vormt dan twee verschillende soorten geslachtscellen (gameten), het vrouwtje één soort gameten. Dit kan gepaard gaan met het voorkomen van één of meer verschillende ➝geslachtschromosomen bij het mannetje (X0 of XY) en gelijke geslachtschromosomen (XX) bij het vrouwtje. Bij sommige dieren (b.v. Drosophila) wordt het geslacht bepaald door de verhouding van het aantal X-chromosomen en het aantal series ➝autosomen. Eén X-chromosoom en twee series autosomen geven een ♂, twee X-chromosomen en twee series autosomen geven een ♀. Maar bij o.a. de zoogdieren blijkt het Y-chromosoom een mannelijke invloed uit te oefenen. Terwijl bij Drosophila-vti]i]e,i met afwijkende geslachtschromosomen (XXY) normale wijfjes zijn, geeft dit type bij de mens interseksualiteit (Klinefeltersyndroom). In sommige systematische groepen (vlinders en vogels) heeft het wijfje gameten met verschillende geslachtschromosomen (heterogametisch geslacht). Naast deze genotypische geslachtsbepaling komt hier en daar geslachtsbepaling voor door uitwendige factoren (fenotypische geslachtsbepaling). ➝sekse.

geneeskunde. Tot voor kort had men geen zekerheid bij de geslachtsbepaling van individuen met verschijnselen van interseksualiteit. Hormoonbepalingen bleken van geen nut: de zgn. mannelijke en vrouwelijke hormonen komen in allerlei verhoudingen bij mannen en vrouwen voor, en ieder verband met het genotypisch vastgelegde geslacht schijnt te ontbreken. De erfelijke eigenschappen van het geslacht zijn in de chromosomen herkenbaar, maar het zichtbaar maken van deze toestand was onmogelijk. Bij de nog ongeboren vrucht kan men tot een geslachtsbepaling komen door ➝vruchtwateronderzoek, waarbij men in de afgestoten foetale epitheelcellen zoekt naar de Barrlichaampjes (➝Barr, lichaampjes van), die het ➝geslachtschromatine bevatten. ➝geslachtsvoorspelling.