o. (g. mv.),
1. dienst, genot, gemak: er staat een karaf water ten gerieve van de dorstigen; centrale verwarming is een groot —;
2. al wat tot gerief kan dienen, wat dienstig is voor allerlei gebruik: een kamer met allerlei -, gerieflijkheden; gereedschap, meest in samenst.: keuken—, schrijf—; (drukkerij) materiaal dat nodig is voor het opmaken van de zetvorm: interlinies, regelwit enz.