bn. en bw. (-er, meest —), 1. geschikt voor, berekend naar het doel: een gepaste handbeweging; hij had geen gepaster woorden kunnen kiezen; hij dacht over een — middel om weg te komen; 2. betamelijk: een gepaste bescheidenheid; hij gaf een antwoord; precies goed, niet overdreven: met gepaste vrijmoedigheid antwoorden; 3. juist afgepast: met — geld betalen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk