Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geodesie

betekenis & definitie

[➝Gr. daiomai, verdelen], v., wetenschap die zich ten doel stelt vorm en afmetingen van het aardoppervlak, of gedeelten daarvan, te bepalen. (e) Men rekent ook de ➝-hoogtemeting tot de geodesie. Meting van de zeebodem wordt steeds belangrijker, maar stelt uiteraard specifieke eisen en is daarom onderwerp van een speciaal onderdeel van de geodesie, nl. de ➝hydrografie of maritieme geodesie.

De geodesie wordt onderscheiden in hogere en lagere geodesie.

De eerste heeft betrekking op gedeelten van het aardoppervlak van zodanige uitgestrektheid, dat de gebogen vorm niet kan worden verwaarloosd, de laatste op kleine delen, die bij benadering als vlak kunnen worden beschouwd. De lagere geodesie wordt gewoonlijk ➝landmeetkunde genoemd. Deze is o.m. van belang voor de registratie van de grondeigendom (➝kadaster).

Daar er verband bestaat tussen vorm en afmetingen van het aardoppervlak en de zwaartekracht ter plaatse, is de ➝zwaartekrachtbepaling één van de in de hogere geodesie gebruikte methoden. Verder gebruikt men de ➝geodetische astronomie en de ➝satellietgeodesie. Daar het aardoppervlak bij benadering een omwentelingsellipsoïde is, heeft men steeds grote aandacht gegeven aan de bepaling van de afmetingen van deze ellipsoïde, gebruik makend van de satellietgeodesie. Door ruimtelijke geodesie toe te passen is men onafhankelijk van enig rekenoppervlak.

De hogere geodesie neemt sterk in praktische betekenis toe. Door de ontwikkeling van de techniek en daarop afgestemde methodiek in en na de Tweede Wereldoorlog is het mogelijk geworden metingen over zeer uitgestrekte gebieden aan elkaar te verbinden. Van deze mogelijkheid wordt een intensief gebruik gemaakt, b.v. bij de ontwikkeling van de toepassingsmogelijkheden van lange-afstandsraketten en satellieten. Het onderscheid van hogere en lagere geodesie is niet scherp. Vroeger werd de hogere geodesie meer als wetenschap gezien en de lagere geodesie meer als praktisch vak. Steeds meer wordt de lagere geodesie tot voorwerp van wetenschappelijk onderzoek.

Voor de ➝-puntsbepaling, zowel in de hogere als in de lagere geodesie, staan vele methoden en instrumenttypen ter beschikking. Van belang is de ➝fotogrammetrie. Essentieel voor het beoefenen van de geodesie is het doen van metingen, die volgens de regels van de ➝waarnemingsrekening worden verwerkt. Bij toepassing van de geodesie fungeert veelal een kaart als eindprodukt (➝ cartografie).

itt. P.Tardi en G.Laclavère, Traité de geodesie (2 dln. 1951—55); G.Bomford, Geodesy (1962); W. Schermerhorn en H.J.van Steenis, Leerboek der landmeetkunde (4e dr. 1964); W.Heiskanen en H. Moritz, Physical geodesy (1967).