v./m. (-en),
1. houten been;
2. staak of dunne paal met een dwarsklamp waarop men de voet zet; (fig.) op stelten lopen, hoogdravende woorden gebruiken, in opgeschroefde stijl spreken; (fig.) op stelten staan, zijn, in opschudding, in beroering, in rep en roer zijn.