Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

genius

betekenis & definitie

[Lat.], m. (geniën), bij de Romeinen: 1. oorspronkelijk de voortbrengingskracht van de man, speciaal van de ➝pater familias als belichaming van de familie; 2. later de van geboorte tot dood begeleidende persoonlijke beschermgeest, vaak gedacht als een slang en vooral op verjaardagen vereerd; 3. tenslotte dacht men zich ook steden, staten en corporaties met hun eigen genius en zwoeren de inwoners van het Romeinse Rijk bij de genius van de keizer.