bn. en bw.,
1. het midden houdend tussen twee uitersten: iemand van gemiddelde grootte, niet lang en niet klein;
2. die maat, waarde, grootte hebbend, die men verkrijgt door het totaal te delen door het aantal, doorsnee-: de gemiddelde waarde van enige getallen; de gemiddelde prijs was f6; de gemiddelde hoeveelheid regen per jaar; de gemiddelde leeftijd van de leerlingen.