v. (-en),
1. het door of als leden verbonden zijn; verbinding, gewicht, waardoor de beweging mogelijk gemaakt wordt; (bij uitbreiding) de plaats van de geleding en elk lid zelf: sprieten die uit enige geledingen bestaan; (plantkunde) de verbinding tussen een beweeglijk of afvallend deel van een plant en het deel waarop het is ingeplant: bij onze bomen en heesters, waarvan de bladeren alle gesteeld zijn, is de — duidelijk waar te nemen;
(bij uitbreiding) deel van een stengel tussen twee knopen, lid;
2.de plaatsen waar de verschillende delen van samengestelde voorwerpen beweeglijk aan elkaar zijn verbonden: de geledingen van een manipulator;
3.(aardrijkskunde) de kustontwikkeling van een land of de insnijdingen die de zee in de kust maakt; ook van onstoff. zaken: de geledingen van een volzin.