v., elektromagnetische straling met een golflengte <10-10 m (0,1 nm).
(e) Gammastraling werd in 1900 ontdekt als de doordringende straling die door aangeslagen atoomkernen kan worden uitgezonden. De banen van deze stralen worden door een magnetisch veld niet beïnvloed, hetgeen wel gebeurt met de banen van alfaen betadeeltjes die eveneens door radioactieve atoomkernen kunnen worden uitgezonden. Elektromagnetische straling, dus ook gammastraling, heeft een dualistisch karakter. Soms doet de straling zich voor als een golfverschijnsel, soms als een stroom van deeltjes (fotonen). Het verband tussen de golflengte λ enerzijds en de energie E van de fotonen anderzijds, wordt gegeven door de formule E = hc/λ (c is de lichtsnelheid en h de constante van Planck).
Gammastraling heeft een buitengewoon groot doordringingsvermogen in materie en dit vermogen is des te groter, naarmate de gammastraling ‘harder’ is, d.w.z. een grotere energie of een kleinere golflengte heeft. Van de hardste gammastraling dringt nog een groot deel door enige centimeter dikke loden platen heen. Een gedeelte van de straling wordt echter tegengehouden. Deze intensiteitsvermindering is des te belangrijker (zie halveringsdikte), naarmate de dichtheid van de materie groter is (lood absorbeert dus veel sterker dan b.v. aluminium). In gassen wordt gammastraling slechts zeer weinig geabsorbeerd. Ook fotografisch is de gammastraling werkzaam, maar door de geringe absorptie niet zo sterk als röntgenstralen.
De intensiteit van een bundel gammastraling wordt bij doorgang van materie kleiner, doordat gammastraling door materie kan worden verstrooid (>comptoneffect) of kan worden geabsorbeerd (zie foto-elektrisch effect). Indien de energie van de gammastraling groter is dan 1022 keV (zie elektronvolt), kan bovendien straling verdwijnen ten gevolge van ^paarvorming.
De meting van energie en intensiteit van gammastraling met behulp van scintillatiekristallen of halfgeleiderdetectoren berust voornamelijk op het optreden van het foto-elektrisch effect. In sommige gevallen kunnen gammastralen ook kernreacties teweeg brengen. Sterke gammastralingsbronnen worden veelvuldig toegepast, b.v. bij de controle van de kwaliteit van lasnaden, het steriliseren van levensmiddelen en medische artikelen (injectienaalden), de vernietiging van kankercellen in menselijk weefsel.