Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fluoridering

betekenis & definitie

v., het behandelen met een of meer fluorverbindingen.

SOCIALE GENEESKUNDE. Behalve schade voor de gezondheid (onvoldoende kauwfunctie, ontstekingen, pijn, schade aan het uiterlijk) betekent tandbederf ook schade voor de economie: de kosten van de tandheelkundige verzorging van de Ned. bevolking (nog niet de helft van de noodzakelijke) bedragen thans al meer dan f500 mln. per jaar. In de VS, die het eerst met fluoridering van drinkwater zijn begonnen, gebruikten in 1975 meer dan 100 mln. mensen gefluorideerd water. In Nederland, waar in 1953 de eerste proef met waterfluoridering in Tiel startte, ontvingen op 1.1.1972 ca. 4 mln. mensen gefluorideerd water. Door de Hoge Raad werd fluoridering op 22.6.1973 in strijd geacht met art. 4 lid 1 van de Waterleidingwet. In dat art. wordt aan de eigenaar van een waterleidingbedrijf de zorg opgedragen dat de levering van deugdelijk drinkwater aan de verbruikers in zijn distributiegebied gewaarborgd is in zodanige hoeveelheid en onder zodanige druk als het belang der volksgezondheid vereist.

Voorts wordt in art. 4 van het Waterleidingbesluit van 7.6.1960, Stb. 345 gesteld dat het drinkwater geen stoffen mag bevatten in zodanige hoeveelheden per eenheid water dat deze stoffen voor de gezondheid nadelig zijn. De toevoeging van stoffen aan het drinkwater, aldus de Hoge Raad, om een buiten de eigenlijke drinkwatervoorziening gelegen doel te dienen zonder wettelijke grondslag, is niet geoorloofd. Noch in de tekst van de wet noch in de wetsgeschiedenis is enige aanwijzing te vinden voor de stelling dat de wetgever de waterleidingbedrijven deze vrijheid heeft willen geven. Na deze uitspraak stopten de meeste gemeenten ermee, in afwachting van een wettelijke regeling. De Ned. Gezondheidsraad sprak zich in zijn rapport aan de minister drie keer positief uit over de invoering van de waterfluoridering (1960, 1972 en 1975).

In België werd ondanks aandringen van de preventief geneeskundigen de fluoridering van drinkwater verworpen door de Kon. Academies voor Geneeskunde en de Hoge Gezondheidsraad.

De Wereldgezondheidsorganisatie sprak zich in 1969 en 1975 in haar algemene vergadering uit voor de waterfluoridering. In meer dan 35 landen wordt waterfluoridering toegepast. In Zwitserland wordt fluoridering van tafelzout toegepast.

Fluoride wordt, soms in zeer hoge doseringen, wel gebruikt als therapie voor zwak bot (osteoporose). TANDHEELKUNDE. De natuurlijke weerstand van de tand tegen tandbederf (zie cariës) wordt vooral bepaald door de concentratie fluoride in het tandglazuur (glazuur wordt minder oplosbaar in zuren). Dit fluoride kan zowel tijdens de vorming (dus vóór de doorbraak) als na de doorbraak in het glazuur komen. Van belang is hierbij dat de fluoride-concentratie gedurende het gehele leven in stand wordt gehouden. Fluoride komt bijna overal in de natuur voor. Het normale dagelijkse voedsel (vooral thee, vis en water) bevat ca. 0,5 mg fluoride/l.

Uit onderzoek in gebieden waar het water van nature meer fluoride bevat dan in Nederland en België is gebleken dat bij een concentratie van 1 mg fluoride per liter water zowel bij kinderen als bij volwassenen tandbederf tot de helft wordt gereduceerd. Tevens is gebleken dat water de enige natuurlijke weg is waarlangs de mens een optimale voorziening van fluoride verkrijgt. Nabootsing van de natuur door de fluorideconcentratie van het water kunstmatig te verhogen tot 1 mg per liter water ligt daarom voor de hand (drinkwaterfluoridering). Om het gebit meer weerstand te geven, kan fluoride ook individueel worden toegepast: fluoridetabletten, het regelmatig plaatselijk opbrengen van fluoride op de goed schoon en droog gemaakte tanden en kiezen, en tanden poetsen met fluoride bevattende tandpasta. Al deze maatregelen moeten bij voorkeur het gehele leven worden voortgezet, terwijl het effect geringer is dan van gefluorideerd drinkwater.