Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

flets

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, -t), 1. bleek en moedeloos, niet gezond: er — uitzien;

2. (van de ogen en de blik) niet helder, mat: — uit zijn ogen kijken; fletse kleuren, niet helder, dof;
3. slap, verlept: de bloemen hangen er — bij;
4. (gew.) flauw van smaak: — brood; (ook) een fletse smaak in de mond hebben; dat vlees heeft een fletse smaak.