Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fixatie

betekenis & definitie

[Lat.], v.,

1. (ook: immobiliseren), het fixeren, vastlegging, bepaling: de van een datum;
2. het gefixeerd zijn, een uitsluitend door emotionele factoren bepaalde binding aan een persoon of een toestand ;
3. organismen of delen ervan doden met zo gering mogelijke verstoring van de structuur, ten behoeve van het anatomisch of histologisch onderzoek .

BIOLOGIE. Fixatie van weefsels berust op het onwerkzaam maken van enzymen (zie histolyse). Gebruikelijke fixatievloeistoffen zijn: formaline, alcohol, azijnzuur, chroomzuur, osmiumzuur. Behalve dat enzymen onwerkzaam gemaakt worden, wordt het weefsel door bepaalde fixatiemiddelen ook harder en daardoor beter snijdbaar. Een andere mogelijkheid om enzymen (tijdelijk) onwerkzaam te maken, is afkoeling (snel bevriezen), zie weefselleer. PSYCHOANALYSE. De fixatie en het daarmee samenhangende onbewust bepaalde gedragspatroon ter instandhouding van die binding, remmen het individu in zijn ontplooiing.

In de psychoanalyse is de fixatie een complicatie van de libido-ontwikkeling. In de kinderlijke ontwikkeling wordt dan een bepaalde gerichtheid, die als tussenfase weer losgelaten had moeten worden, vastgehouden. Dit heeft een vervormende invloed op het gedrag van het volwassen individu. Nauw hiermee samen hangen de begrippen binding en regressie.