Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

falset (fausset)

betekenis & definitie

[Lat. falso, vals; verkl. falsetto], zn. m./o.,

1. bij vrouwen het middelste, bij mannen het hoogste register van de stem, kopstem (e);

(metonymisch) iemand die met falset zingt;

II. bw., — zingen.

(e) De toonomvang van een falsetterende tenor (Eng.: counter-tenor) bereikt enigszins die van de vrouwelijke alt, maar is minder expressief. De zangwijze kwam in Engeland in de mode in de vroege renaissance, toen de koren geen vrouwenof jongensstemmen kenden. Zij bereikte een hoogtepunt in de 16e en 17e eeuw. Carl Orff nam haar op in zijn Carmina burana (1938), Benjamin Britten in A midsummernight’s dream (1960).

< >