Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zingen

betekenis & definitie

(zong, heeft gezongen),

1. een muzikale opeenvolging van tonen door de stem voortbrengen; met de stem op muzikale wijze iets voordragen: zij zingt op concerten; ik kom er weleens voor —, (scherts.) als iemand bij betaling of wisselen van geld een gering bedrag te kort komt; (fig.) een toontje lager —, zijn eisen, aanspraken lager stellen; (ook van instrumenten): de viool zingt; zingende torens, torens met klokkenspellen;
2. zingend laten horen: een lied —; (zegsw.) hetzelfde liedje telkens op hetzelfde terugkomen;
3. naam voor het muzikale geluid van vogels; kanaries kunnen mooi —; (spr.) ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, ieder spreekt op zijn eigen manier;
4. het geluid dat aan koken voorafgaat: het water zingt al.