Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Henoch

betekenis & definitie

[Hebr.: Chanoch], in het OT een nakomeling van Set, die wandelde met God en op de leeftijd van 365 jaar door God werd weggenomen (Gen.5,18—24; Hebr.11,15). De legenden der latere joden betreffende Henoch staan onder Babylonische invloed.

Henoch werd gehouden voor de auteur van een boek in het Hebreeuws of Aramees (later in het Grieks vertaald), uit de eerste eeuwen v.C., dat volledig slechts in een Ethiopische vertaling is bewaard gebleven en belangrijke gegevens bevat over de eschatologie der joden uit die tijd. Dit apocriefe Boek van Henoch beschrijft de bovenaardse tochten van Henoch, die de toekomst der mensheid en van het volk Israël, hem in visioenen geopenbaard, weergeeft. In Judas 14-15 wordt het geciteerd. Er zijn delen van een Griekse en Latijnse vertaling en een Oudslavische uitgave.

LITT. C.van Andel, De structuur van de Henochtraditie en het NT (1955); P.Geoltrain, Le livre éthiopien d’Hénoch (1961); A.Denis, Apocalypsis Henochi graece (1970); H.Odeberg, 3 Enoch or the Hebrew book of Enoch (1973).

< >