Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

cokes (kooks)

betekenis & definitie

[Eng.], v./m., residu van droge destillatie bij hoge temperatuur van fossiele brandstoffen; oorspronkelijk mv., thans geheel stofnaam: een mud, een stuk —.

(e) De droge destillatie (d.w.z. verwarming buiten toetreding van lucht) van steenkolen tot cokes vindt plaats bij ca. 1000 °C. Niet alle steenkolensoorten zijn geschikt voor cokesfabricage. Tijdens het bakken ontwijken de gassen, terwijl bepaalde bestanddelen vloeibaar of deegachtig worden en een bindmiddel vormen voor de vaste delen. Hieruit volgt dat kolen die te arm zijn aan vluchtige bestanddelen, en dus aan bindmiddel, geen samenhangende cokes kunnen vormen, terwijl een overmatige gasontwikkeling de cokes van gasrijke kolen te poreus en bros maakt. De cokes met de beste mechanische eigenschappen (drukvastheid) en chemische reactiviteit ontstaan uit kolen met 18—28 % vluchtige bestanddelen. Omdat de korrelgrootte een ondergeschikte rol speelt, behoeven mijnen die cokeskolen produceren minder voorzorgen te nemen tegen vergruizing.

Cokesovens bestaan uit een groot aantal kamers van vuurvaste bakstenen, ca. 0,5 m breed, 1,5—3 m hoog en 4—10 m lang, van elkaar gescheiden door tussenruimten waardoor de verwarmde vlammen trekken. Zij worden van boven gevuld en na een verhitting van 16-24 h op 1000-1100 °C door een machinale stempel van voren af door een achterdeur leeggedrukt, veelal op een stalen, hellend vlak, waar de cokes direct met waterstralen wordt geblust. Zij worden gestookt met een deel van het gas zelf, nadat dit van de waardevolle teer en het gaswater is bevrijd. Belangrijk was de invoering van het regeneratieprincipe van Siemens in de cokesovenbouw en de systematisch doorgevoerde winning van teer, benzol en gaswater en de verwerking daarvan in grondstoffen voor de organischchemische industrie. Een bijzondere betekenis heeft de recuperatie van ammoniak uit de waswaters, of zelfs de synthese van ammoniak uit de waterstof van het cokesovengas, met het oog op de produktie van stikstofhoudende meststoffen. De gehele cokesproduktie ter wereld kan op ca. 363 mln. t/jaar worden geschat.

De grootste jaarproduktie (1973) hebben de USSR (81 mln. t), de VS (63 mln. t), Japan (44 mln. t), de BRD (34 mln. t), China (26 mln. t), Polen (16 mln. t), Groot-Brittannië (16 mln. t) en Frankrijk (11 mln. t). Verreweg de meeste cokes wordt gebruikt voor de bereiding van ruw ijzer in de hoogovens, verder in de gieterijen, centrale verwarmingsinstallaties, tal van technische ovens, in het algemeen daar, waar aan de verbranding geen sterke rookontwikkeling gepaard mag gaan. Half-cokes wordt verkregen door droge destillatie bij lage temperatuur (ca. 600 °C) met het doel een groter aantal verschillende bijprodukten te winnen. Zij brandt zeer gemakkelijk en met nie-troetende vlam.

< >