[Fr., warm-koud], m., een gerecht van stukjes gaar vlees, wild of gevogelte, bedekt met een mousse van lever of dergelijke en overgoten met een dikke bruine of witte saus.
Ook kunnen in plaats van stukjes gaar vlees hele vogels op een sokkel van rijst of dergelijke als een chaud-froidschotel worden opgemaakt, en dan gegarneerd met kleinere chaud-froidgerechten tot ware pronkstukken van tafel of koud buffet worden verwerkt. Wild wordt tevoren meestal gaar gemaakt door braden, tam gevogelte door pocheren. Het chaud-froidgerecht dankt zijn naam aan het feit dat het warm bereid wordt, en koud geserveerd.
