Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

accijns (aksijns)

betekenis & definitie

accijns (aksijns) - accijns' (aksijns) [Lat., ad, bij, census, schatting, of accidere, aansnijden], m. (-zen):

1. niet meer gebruikelijke term voor indirecte belastingen of inkomstenbelasting;
2. bijzondere verbruiksbelasting, die op bepaalde goederen, b.v. bier, geheven wordt.

Deze wijze van belastingheffing is van zeer oude datum. Reeds in de middeleeuwen werden belastingen geheven ter zake van het ge- of verbruik van goederen. Aanvankelijk werden de accijnzen geheven van talloze goederen. In Nederland worden nog maar van enige goederen zowel bij of wegens het vervaardigen als bij invoer accijnzen geheven, m.

n. op alcoholhoudende stoffen, bier, alcoholvrije dranken, suiker, tabaksfabrikaten en minerale oliën. Voor elke accijns bestaat een afzonderlijke wet. Naast de desbetreffende heffingswetten vindt men algemene bepalingen in de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen. De accijnzen behoren tot de zgn. indirecte belastingen.

In België en in het groothertogdom Luxemburg zijn ten gevolge van de tolunie van 25.6.1921 de accijnsrechten, behalve op de alcohol, dezelfde. De wetgeving inzake accijns is zeer ingewikkeld en niet gecoördineerd. Er bestaat thans accijns op: alcohol, mousserende dranken, suiker, mineraal water en limonaden, minerale oliën, bier, glucose, benzol, vloeibaar gas, tabak en pitch. De belasting wordt in vele gevallen berekend naar de werkelijke hoeveelheid vervaardigde, in omloop gebrachte of te koop gestelde produkten, ook naar de hoeveelheid verwerkte grondstoffen, of naar de inhoud van ketels en machines. Het bedrag wordt geheven op aangifte van de fabrikant, volgens getuigschrift van de met het toezicht belaste ambtenaar, ofwel door het verplicht aanbrengen van papierstrookjes of capsules. Benelux.

Bij een verdrag van Brussel 10.6.1970 (Trb. 1970, 106) zijn de Benelux-landen overeengekomen het accijnsgebied van de drie staten één te maken. Dit verdrag hing samen met en werd gevolgd door het verdrag van Luxemburg 29.5.1972 (Trb. 1972, 108) tot unificatie van de accijnzen in de Benelux. Op grond van dit verdrag zijn of worden de tarieven, de maatstaven en de heffingsmodaliteiten in de drie landen gelijk of nagenoeg gelijk gemaakt. Uitzondering hierop vormt de lagere accijns op alcohol in Luxemburg, waarmee een situatie, die reeds sedert de tolunie tussen België en Luxemburg van 25.6.1921 bestond, wordt bestendigd. Het belangrijkste gevolg van deze verdragen is, dat de binnengrenzen voor de accijnsheffing tussen de Benelux-staten kunnen worden opgeheven en een vrij verkeer van accijnsgoederen mogelijk wordt.

LITT. J.van der Poel, Sijmen betaal! belastingen toen en nu (1966).