aardigheid - aar'digheid, v. (-heden), 1. het aardige van iets, het geestige, behaaglijke, bevallige ervan: iets doen uit —, voor de —, uit scherts, zonder ernstige bedoeling; voor de —, om het plezier dat men eraan kan hebben: je moet voor de — toch eens gaan kijken; — hebben in (iets), er plezier in hebben; (zegsw.) dat is geen —, het is (zo) geen kunst, het is gemakkelijk te verstaan of te doen; 2. aardig gezegde, geestigheid: zich met een — ergens van afmaken; 3. (iron.) wonderlijke, hinderlijke, ongepaste handeling: dergelijke aardigheden laat je voortaan maar; 4. klein geschenk dat voor de — gegeven wordt: hij brengt mij telkens een aardigheidje mee.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk