Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

vaandrig

betekenis & definitie

UIT:
Ruud Lubbers: Toch atoombommen in kluizen Volkel (Reformatorisch Dagblad, 10 juni 2013)

CONTEXT:
Lubbers kreeg, toen hij als VAANDRIG op Volkel werkte, begin jaren 60 voor het eerst te horen over de atoombommen.

:
aspirant-reserveofficier, vaandeldrager

UITSPRAAK:
[vaan-drig]

WOORDFEIT:
Vaandrig is in de zestiende eeuw in de vorm vendrig ontleend aan het Duitse Fähnrich 'vaandeldrager', een afleiding van het vroegmiddeleeuwse fano 'vaandel'. De e van vendrig werd een aa onder invloed van de woorden vaan en vaandel. De d in vendrig/vaandrig is ontstaan in de uitspraak, net als de d in donder, dat ooit donner was.
In Belgisch-Nederlands is vaandrig nog steeds het woord voor 'vaandeldrager'. In Nederland duidt het een aspirant-reserveofficier aan.