Onze Taal Woordpost is geschreven door Genootschap Onze Taal (2020).

Definities en betekenissen van Onze Taal Woordpost
A
- AANMATIGEND
- AARTSBISSCHOP
- ABDICATIE
- ABERRATIE
- abhorreren
- abject
- ABOMINABEL
- acclamatie
- actuaris
- ad nauseam
- ADDENDUM
- adept
- ADSTRUEREN
- ADVENT
- affectie
- afficheren
- affreus
- affront
- AFORISTISCH
- agisme
- agnost
- AIMABEL
- ALBEDO
- ALCHEMIE
- AMBER
Toon meer
B
- BAARDAGAME
- BACIL
- bakvis
- BALLOTAGE
- balsturig
- balts
- BANDANA
- BANIER
- BANSHEE
- BAR MITSWA
- beaat
- beeldenaar
- BEGIJN
- berokkenen
- besmuikt
- BÊTE
- bezoedelen
- BIËNNALE
- bijltjesdag
- binnenrijven
- BIOTOOP
- BLASÉ
- blasfemie
- BOEZEM
- bohemien
Toon meer
C
- cadans
- caleidoscopisch
- CAMERLENGO
- CANAILLE
- canvassen
- CAPO
- CARAMBOLEREN
- caravaggist
- cassatie
- casus belli
- CATACLYSME
- categorische imperatief
- catharsis
- caucus
- CAUDILLO
- CAUSEUR
- CENSOR
- cesuur
- chanoeka
- CHANTABEL
- chaperonneren
- charitatief
- charlatan
- chassidisch
- chicaneren
Toon meer
D
- datsja
- decoupage
- DECUBITUS
- DEDAIN
- deemoedig
- deerniswekkend
- DEGRESSIVITEIT
- DELIER
- DEMAGOGIE
- DEMASQUÉ
- demotie
- dendrochronoloog
- DENOMINATIE
- derailleren
- DERIVAAT
- derogatie
- DESOLAAT
- detonatie
- deviant
- devotie
- DIASPORA
- DIATRIBE
- DICHOTOMIE
- diffuus
- discours
Toon meer
E
- echec
- ECHELON
- eclatant
- eclips
- edict
- EFEMEER
- ei zo na
- EIGENRICHTING
- elatie
- eloquent
- emanatie
- embonpoint
- emiraat
- EMOLUMENTEN
- EMPIRISCH
- en-suitedeur
- encanailleren (zich)
- encycliek
- endemisch
- ENIGMA
- ennui
- entameren
- EPATEREN
- EPENDYMOOM
- epitheton
Toon meer
F
- facsimile
- falsetstem
- FASCISTOÏDE
- favela
- FERMATE
- fermenteren
- fêteren
- FEUT
- FIAT
- fibromyalgie
- fiducie
- FILIBUSTER
- fittie
- FIXEREN
- FLAGRANT
- FLATTEREN
- FLATULENTIE
- florissant
- flottielje
- FLUKS
- FNUIKEN
- FOERAGEREN
- FORENSISCH
- fourneren
- FRÊLE
Toon meer
G
- galaberline
- galanterie
- gallisch
- GALLOCENTRISCH
- GALON
- gamma
- GARGOUILLE
- GEBELGD
- GEBENEDIJD
- GEBORNEERD
- gebrouilleerd
- gegeerd
- GEIGERTELLER
- GEMELIJK
- gentrificatie
- GEOUTILLEERD
- geplogenheid
- GEPRANGD
- geprononceerd
- GERIATER
- GESERREERD
- gesjeesd
- GESOIGNEERD
- gesticuleren
- GETAPT
Toon meer
H
I
K
L
- laarzenknecht
- laatdunkend
- lacune
- LAKMOESPROEF
- lamprei
- lankmoedig
- LAPIDAIR
- LAPIS LAZULI
- larmoyant
- LATENT
- laureaat
- lector
- LEEP
- leewieken
- LEGES
- LEMMA
- lemsteraak
- lenigen
- leporello
- lethargie
- LEVANTIJNS
- libertijns
- LIBIDINEUS
- LIBRETTO
- liëren
Toon meer
M
- machinatie
- madrigaal
- majeur
- makaak
- makke
- malafide
- malversatie
- mandaat
- maniëristisch
- mantra
- maquillage
- marchanderen
- mastodont
- mataglap
- matrijs
- mausoleum
- mea culpa
- meanderen
- mecenas
- meesmuilen
- meineed
- melkitisch
- menaissance
- menhir
- mercuriale
Toon meer
N
- naar de gallemiezen
- naarstig
- nakend
- nanotechnologie
- napalm
- narcistisch
- narcolepsie
- navenant
- navrant
- naxaliet
- necropolis
- nefast
- neopaganist
- nepotisme
- nieuwlichterij
- nipt
- nivellering
- noest
- nolens volens
- noodweerexces
- nopen
- noviet
- nucleus
- nudging
- nulliteit
Toon meer
O
- obsoleet
- obus
- occult
- ochlocratie
- oecumenisch
- oekaze
- olfactorisch
- oligarch
- oligopolie
- omerta
- omineus
- omissie
- omnivoor
- onbezoldigd
- onconventioneel
- ongemeen
- ontluisterend
- onverkwikkelijk
- ootmoedig
- opruiing
- opschik
- opsouperen
- opulent
- oratorium
- orthorectisch
Toon meer
P
- palimpsest
- palmares
- pamperen
- panacee
- panache
- pandemie
- pandemonium
- pandoering
- panspermie
- pantheon
- parabel
- parafernalia
- paragnost
- pareren
- parvenu
- pasja
- pathetiek
- pathos
- patois
- patriarch
- patriottisme
- pedel
- pedipalp
- penetrant
- perfide
Toon meer
R
- rabiaat
- raffinement
- raid
- railleren
- ratificeren
- ravissant
- ravitaillering
- razzia
- readymade
- realpolitik
- recalcitrantie
- recitatief
- reidans
- reining
- relikwie
- remonte
- repatriëring
- repliceren
- repressief
- reprimande
- requisitoir
- resem
- ressentiment
- retrograde
- retrospectief
Toon meer
S
- (slaap)apneu
- sabreren
- sacrosanct
- saillant
- salesiaan
- salomonsoordeel
- santenkraam
- saprofyt
- sardonisch
- sawa
- scabreus
- scalpel
- schaliegas
- schellak
- schermutseling
- scheutist
- schielijk
- schier
- schlemiel
- schmieren
- schoorvoetend
- schor
- schrobbering
- schroomvallig
- schuier
Toon meer
T
- tableau
- tabula rasa
- tafonomie
- tafonomisch
- tanen
- tantaluskwelling
- taps
- taxon
- teerling
- telomeer
- textuur
- theodicee
- theropode
- TIA
- tieren
- tinnef
- tinnitus
- tirade
- titanen
- tohoe wabohoe
- tombola
- toppredator
- transcendent
- transitie
- trawant
Toon meer
V
- vaandrig
- vaars
- vehement
- velodroom
- velum
- vendetta
- verdagen
- vergasten
- verholen
- verjubelen
- verkorven
- vermaard
- vermaledijd
- vernuftig
- verpauperen
- verschalken
- versmaden
- verticuteren
- verwaten
- verwulfsel
- veterinair
- vetoën
- vibrafoon
- vibrato
- vilein
Toon meer